Op een netwerkmiddag in 2012 oefenden 70 deelnemers zichzelf in het spreken van klare taal. We probeerden zoveel mogelijk organisatietaal, 'virtuele' taal, te vermijden en te spreken in gewone werktaal, de taal van de 'realitijd' waarin de mens centraal staat. Dit is belangrijk, omdat taal een uiting is van ons denken en als gevolg daarvan ook een belangrijk gedeelte van ons gedrag aanstuurt en iets zegt over wat er moet gebeuren. Werktaal noemden we deze taal van de organiserende mens.