Tel: 0172 - 630490
De klant centraal. Probeer maar eens een website te vinden waar dat niet staat. In de praktijk blijkt dat aanzienlijk moeilijker dan gedacht. En dus zeggen we het nog maar eens. Maar het probleem zit hem er vaak in dat de veranderingen die daarvoor nodig zijn top-down worden aangevlogen. Met de medewerker op 'de werkvloer' als sluitstuk. Wie echter wil veranderen van A naar B, moet dat doen volgens de regels van B. Vandaar dat wij het andersom benaderen: de behoeften van de medewerker in zijn relatie met de patiënt en cliënt staan centraal. Dat noemen wij
sturen vanuit de voorste linie.
En sturen vanuit de voorste linie betekent dat niet de organisatie centraal staat, maar de medewerker en de mensen met wie hij of zij dagelijks de realiteit vormgeeft. Mensen die soms helemaal niet bij de organisatie horen, maar in de ogen van de mensen in de voorste linie evenzogoed collega's zijn! De consequenties zijn enorm. En ook niet in beleid te vervatten. Hier moet iedereen in de organisatie over nadenken en mee aan de slag. Ons recept: Vitamine D. Hieronder wordt duidelijk wat we ermee bedoelen.
Pil 1: Inspiratie
In deze eerste sessie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van Rijnlands organiseren en hoe daarbij voorste linie uitgangs- en ijkpunt, daar vindt de dienstverlening plaats tussen patiënt/cliënt en medewerker, de kern van het patiëntgericht werken. Er zal in deze module op de verschillende wijze van aansturing van organisaties worden ingegaan en op de paradigma waarop ze zijn gebaseerd. En de tegenstrijdigheden die hier uit kunnen voortvloeien en hoe u hiermee om kunt gaan. Het doel is dat er een gemeenschappelijk denkkader ontstaat als uitgangspunt voor de rest van het traject.
Motto’s:
Pil 2: Besturingsconcept
In deze tweede module wordt ingegaan op de vraag welk besturingsconcept (werkovertuiging) het beste bij uw organisatie, bij uw DNA, past, een en ander met als uitgangspunt dat de organisatie de medewerkers in de voorste linie optimaal faciliteert. Eerst gaan we kijken waar de medewerkers in de voorste linie behoefte aan hebben om hun werk goed te kunnen doen. Dat blijkt vaak verrassend weinig te zijn. Als we dit eenmaal weten formuleren wij de kaders van de werkgemeenschap waaraan alle medewerkers van de organisatie zich moeten houden, hoofdlijnen die we in een volgende module gaan uitwerken. Dit zijn dwingende kaders die een ieder moet kennen, we noemen het de organisatiedoctrine. Het doel is dat er naast een gemeenschappelijk denkkader een gemeenschappelijke taal gaat ontstaan die leidend is binnen de organisatie.
Motto’s:
Pil 3: Van concept naar werkelijkheid
Hebben we eenmaal de kaders (de doctrine) voor de werkgemeenschap en de medewerkers uit de voorste linie gedefinieerd, dan moeten we deze vertalen naar de organisatie. Er moet immers een logisch en consistent geheel aan afspraken worden opgebouwd en dat blijkt vaak lang niet altijd even eenvoudig: onze doctrine moet vertaald worden naar functies, competenties, rollen, communicatiestructuur, informatievoorziening et cetera. Voor alle medewerkers als kritisch toepassers in de praktijk moet hier geen licht tussen zitten. Speciale aandacht zal er zijn voor de positie van de medewerkers in ondersteunende functies: zij dreigen nogal eens tussen wal en schip te vallen, tussen de eisen van de buitenwereld en de eisen van de organisatie. Het doel is dat het gemeenschappelijk kader en de gemeenschappelijke taal worden getoetst aan de werkelijkheid en onvolkomenheden en inconsequenties worden getraceerd.
Motto’s
Pil 4: De praktijk
Hoe mooi we alles op papier hebben geregeld, de praktijk is toch vaak net wat anders. Vandaar dat we nu aan de hand van cases de confrontatie tussen theorie en praktijk gaan opzoeken. Waar zitten de dilemma’s, waar lopen we vast, wat moeten we aanpassen, waar moeten we stevig ingrijpen? Dat zijn de vragen die in deze module naar boven komen. Het is een soort preventief leren: voordat er in de praktijk knelpunten gaan ontstaan, hebben we ze al ontdekt en onschadelijk gemaakt. Hopen we. Het doel is mensen te leren wennen aan de verschillen die bestaan tussen theorie en praktijk en met de wijze waarop deze dilemma’s moeten worden benaderd, om leren gaan.
Motto’s
Pil 5: Synchronisatie
Nu is het zaak dat het bovenstaande tussen de oren van iedereen komt, dat er een discipline gaat ontstaan om de nieuwe werkwijze met overtuiging in de praktijk te brengen. Het moet met andere woorden een werkovertuiging worden die dicht bij de kern van de medewerkers en bij het DNA van de organisatie, ligt. Gedurende dat alles moet er de mogelijkheid bestaan om het bovenstaande aan te passen aan de praktijk zoals deze zich ontwikkelt. Het is altijd verbazingwekkend te zien hoezeer theorie en praktijk – soms op kleine soms op grote punten – kunnen verschillen. Dat moeten we zo goed mogelijk zien te synchroniseren, er moeten geen parallelle werelden ontstaan. Het doel is om iedereen de discipline bij te brengen opdat men denkt en werkt vanuit een gemeenschappelijk kader en een gemeenschappelijke taal, weet dat er verschillen tussen theorie en praktijk bestaan en daarmee heeft leren omgaan op een wijze die maakt dat de medewerkers en de organisatie voortdurend leren en van case de stap naar collectiviteit maken.
Motto’s
Het geheel noemen we Vitamine D complex: een zoektocht naar het DNA, de Doctrine naar de Dillema’s en de Discipline. Als we deze combinatie goed in de hand hebben zijn we in staat ons voortdurend aan te passen aan de veranderende werkelijkheid.
Van inspiratie naar realisatie
Het gehele traject is een combinatie van:
Afhankelijk van de behoefte zetten we een van de bovenstaande benaderingen in zodat er een logische mix van activiteiten ontstaat.