Nieuwe tijden, activistische communicatie (deel 2)

Zoals we gister ook al schreven, er is wat aan de hand in Nederland en elders in de Westerse wereld. Noem het ‘economisme’, ‘rendementsdenken’ of 'amoraliteit'. Het gaat erom dat ieder aspect van ons leven teruggebracht lijkt te worden tot een rekensom. Maar genoeg is genoeg. Er zijn grenzen aan het beschouwen van onze samenleving als een business case. Niet voor niets staan er overal in Nederland burgers en vakmensen op om hun waardigheid en beroepseer terug te eisen. Bij deze - wat wij noemen - emancipatiebeweging hoort een vernieuwende communicatie: activistische communicatie. Gisteren vertelden organisatieactivist Harold Janssen en Esther Barfoot in deel 1 van dit pamflet over het waarom van activistische communicatie. Hieronder vertellen we hoe activistische communicatie er uitziet.

Wat doet activistische communicatie? In het vorige deel van dit pamflet schreven we wat activistische communicatie doet:

  • Verhalen vangen,
  • Woorden geven aan nog ongrijpbare begrippen,
  • De onderstroom aan het woord laten,
  • Waardevolle ideeën verspreiden,
  • De dialoog op gang houden,
  • De gedroomde toekomst wakker kussen.

Maar wat onderscheidt activistische communicatie (verder nog) van de klassieke interne en externe communicatie? Dat zijn de volgende acht eigenschappen:

  1. Activistische communicatie is gericht op wat wíl gebeuren, niet op wat moet gebeuren. Emanciperen is een spontaan proces. Dat doe je als je er zelf aan toe bent. Activistische communicatie is erop gericht dit te stimuleren, niet af te dwingen.
  2. Het is daarom geen alwetende communicatie, die visie, missie en kernwaarden predikt of alle antwoorden heeft, maar een communicatie die de toekomst en de weg naar voren samen met de deelnemers wil ontdekken. Want we hebben niet alle antwoorden. 
  3. Dat betekent dat activistische communicatie ook niet acteert vanuit de command & control-kolom of de afdeling corporate communicatie, maar staat tussen de vernieuwers. Tussen de snuffelaars, de ontdekkers, de collega's die zich emanciperen en de toekomst willen ontdekken.
  4. Het is daardoor de communicatie van de onderstroom, niet van de mainstream.
  5. Het is communicatie vanuit het bewustzijn dat iedereen een persoonlijke reis maakt, maar in goed gezelschap. Iedereen heeft belangrijke verhalen en een rol in het vespreiden van verhalen en ideeën. Activistische communicatie geeft hen allemaal een stem en helpt hen met de verspreiding van hun ideeën. En ook weer om hun ideeën aan te scherpen.
  6. Activistische communicatie is gestoeld op de Rijnlandse waarden: verbinding, vakmanschap en vertrouwen. Omdat we de toekomst ook willen baseren op deze waarden.
  7. Denken én doen. Er is geen scheiding tussen denkers en doeners. Iedereen denkt mee, iedereen doet mee.
  8. Het is een communicatie die het intuïtieve weten aanspreekt. Rationeel kunnen we nog zo goed weten dat het anders moet; daadwerkelijk tot actie komen, is blijkbaar iets heel anders. Daarvoor moeten we ogenschijnlijk andere hersendelen aanspreken. Activistische communicatie maakt daarvoor gebruik van een grote verscheidenheid aan vormen en artistieke concepten.
  9. Het is een communicatie die er lustig op los experimenteert. 

En nu even praktisch: hoe doet activistische communicatie dat?

  • We werken vanuit gelijkwaardigheid tussen communicatiespecialisten en deelnemers. Er is een belangrijke rol weggelegd voor deelnemers; in de conceptfase, in het creatieve en verhalende proces. Nogmaals, iedereen denkt mee, iedereen doet mee.
  • Journalistiek is een belangrijke basis: verhalen vangen. Want verhalen zijn het vehikel voor reizende ideeën en om de olievlek te verspreiden; 
  • Beleving en impact zijn belangrijk. Alleen de klassieke communicatievormen zijn niet genoeg. Daarom werken we meer met kunstenaars dan met communicatiespecialisten;
  • Impact is belangrijk. Het sticky (beklijvend) maken van de boodschap krijgt veel aandacht.
  • We bedenken/ontwikkelen eigen woorden. Want als je de huidige ordening wilt veranderen, moet je niet de taal van de huidige ordening gebruiken.
  • Onze boodschap mag confronterend zijn en aanzetten tot denken.
  • Serieus én speels. We maken plezier met een serieuze ondertoon;
  • We werken supercrossmediaal. We maken gebruik van alle communicatiemiddelen, media, creatieve werkvormen en uitingen, die er zijn. Juist het fysieke en het virtuele gaan goed samen. Streven kan bijvoorbeeld zijn dat de fysieke artistieke concepten op de sociale media viral gaan.

In de volgende blogpost geven we een beschrijving en veel foto’s van onze activistische communicatie bij de Nationale Politie.

Eerder schreven Harold Janssen en Esther Barfoot voor NRC Next het pamflet 'Vakmensen aller landen, verenigt u' dat vakmensen oproept om zich te emanciperen. Dat kun je hier lezen en op nrc.nl

Esther Barfoot